Zondag 13 december speelde we thuis ons derde wedstrijd tegen 't Pionneke uit Roermond.
Op papier een sterker tegenstander en misschien wel een titelkandidaat. Het is ons eerste jaar in de 1ste klasse en onze doelstelling is behoud in deze klasse en aangezien we de eerste twee wedstrijden hadden gewonnen had ik als teamleider ieder de opdracht gegeven, om vrijuit te spelen voor eigen resultaat en dat hebben we gedaan.
We hebben de match verloren, maar dat hebben we meer aan ons zelf te danken dan aan de tegenstander. Lees ook het verslag van Dai.
Bord 1: Henri van den Bersselaar - José Alonso: 1-0
José (1751) kreeg een lastige tegenstander met een rating
van 1864. Eigenlijk is er in de partij niets aan de hand totdat José op zet 16 een
verkeerde beslissing neemt. Daarna gaat het berg afwaarts.
Bord 2: Hans Janssen - Rob Loose: 0-1
Bord 3: Robin Meinders - Mari Jacobs: 0-1
Commentaar van Mari is in de partij verwerkt.
Bord 4: Simon Plukkel - Simon Karsten: 0-1
De partij van de Simon's. Ik kreeg het gevoel dat mijn
tegenstander zich had voorbereid op mijn opening en dat heeft hij dan slim
gedaan. Het werd een 'aparte' partij.
Bord 5: Hans Akkerboom - Frank van Overbeek: 0-1
De psychologie van het schaakoffer.
Van een offer in een schaakpartij spreek je als er een
stuk wordt weggegeven zonder er een gelijkwaardig stuk voor terug te krijgen.
De bedoeling van zo’n offer is dat er stellingsvoordeel behaald wordt, waarna
een goed voorbereide en snelle aanval kan plaatsvinden. Zo’n actie kost veelal
wel materiaal. Doorzie je de bedoeling van het offer, dan neem je dit
natuurlijk niet aan.
Het meest spectaculaire offer is natuurlijk het
dameoffer. Zo is een verhaal bekend dat de Tsjechoslowaakse schaakmeester Hort
in een toernooi in Oberhausen zo in de war werd gebracht door een dameoffervan
Keres, dat hij van zijn stoel viel. Het
beroemdste dameoffer werd in 1956 gebracht door Bobby Fischer in een partij
tegen Robert Byrne in het Rosenwald-toernooi te New York. Byrne viel op de 16e
zet de zwarte dame aan met een loper. Fischer gaf eerst een tussenschaak en op
zijn 17e zet verzette hij een loper, in plaats van zijn dame veilig te stellen.
Byrne nam het offer aan en vanwege het stellingsvoordeel dat zwart nu had,
werden er enkele witte stukken geconsumeerd
en kon Bobby op zijn 41e zet mat aankondigen!!
Tarrasch heeft in zijn tijd onderzoek gedaan op het
gebied van schaakpsychologie. Over het onvoorziene offer in het schaken heeft
hij gezegd dat dit vaak een schokeffect oproept, waardoor de tegenstander
minder goed in staat is kalm en helder na te denken. En inderdaad zie je bijna
altijd bij een offer of een andere onverwachte zet een schrikreactie bij de
tegenstander, dat wijst op het niet meer geheel normaal functioneren van het
zenuwstelsel. Het gevolg is dan dat er minder goede zetten gedaan worden of
zelfs echte fouten gemaakt worden.
Er mag wel aangenomen worden dat het effect van deze
schok samenhangt met het karakter van de tegenstander. Ook is het een feit dat
de schok kleiner zal zijn, naarmate de tegenstander een grotere speelsterkte
bezit. Vanwege hun gerijpte speltechniek , beschouwen grootmeesters een offer
niet als een schrikaanjagende, maar als een normale handeling, waaraan een
wederzijds risico is verbonden. Het
innerlijk afreageren bij grootmeesters valt hooguit op te maken uit enkele
kleinigheden. Petrosjan gaat bij een onverwacht offer wat achterover op zijn
stoel zitten en lijkt zachtjes een liedje te zoemen. Gligoric trekt zijn
wenkbrauwen iets omhoog en anderen die grijnzen een beetje vreemd. Alleen
natuurlijk onze Bobby bleef volmaakt rustig en nam kennis van het offer zonder
ook maar met z’n ogen te knipperen……
In ieder geval had ik afgelopen zondag mijn tegenstander
– Hans – ook een offer aangeboden, wat hij aannam en daarna toch erg onrustig
werd. Deze kenmerken waren duidelijk te zien vanwege o.a. het veel verschuiven
van zijn stoel en het verfrommelen van zijn plastic broodzakje. Gaandeweg kon
je merken dat hij de weg kwijtraakte en nadat hij had opgegeven zei hij na de
analyse; ‘hoe heb ik zo stom kunnen zijn, want dat offer klopt echt niet’. Ik
denk wel dat hij gelijk heeft (hi, hi, hi….), maar dat mogen jullie zelf
uitzoeken met een eventuele ‘Fritz’ er bij wat mij betreft (Fritz zegt, dat
hxg4 niet goed is voor wit).
Bord 6: Paul van der Wouw - Dai Heinen: 1-0
Paul heeft een prachtige partij gespeeld en heeft het
volgende over zijn partij te zeggen.
Bord 7: Paul Koks - Niek Sijbers: 1-0
Niek had een compleet gewonnen stelling en door een stom
foutje, gaf hij de partij weg. Doodzonde, maar ja dat is schaken.
Bord 8: Hans Peters - Frank Dupont: 1/2-1/2