In de schaakgeschiedenis – maar ook heden ten dage – zijn er partijen die door één zet volledig onverwachts beslist worden. Een prachtig voorbeeld hiervan is de partij van Byrne tegen Fischer in New York 1964.
Nadat Fischer zijn paard geofferd had tegen 2 pionnen, gaf
hij daarna nog een pion terug. Niet zomaar natuurlijk, maar een grootmeester
(ik zal zijn naam maar niet noemen) gaf live verslag over deze partij en deelde
het publiek mede dat Fischer in deze stelling moest vechten voor remise…….
Nog geen minuut later nadat deze woorden uitgesproken waren
kwam de mededeling binnen dat Byrne had opgegeven. Er werd wat lacherig gedaan
over de jongen die dit bericht doorgaf en men gaf hem te kennen dat hij van
schaken niks begreep. Toch hield hij vol dat Byrne had opgegeven.
Waarom dan, werd er gevraagd. Door 21. Dd8-d7!! DOOR WAT??!
Het is ongelooflijk, maar het enige wat wit hier rest is
opgeven. Ik geef een paar varianten. Er dreigt namelijk; 22. Dh3(s), 23. Kg1, Ld4:(s), enz. Op 22 Df2
volgt …., Dh3, 23. Kg1, Te1!!, 24. Txe1, Ld4:! , enz. Verder helpt ook 22.Pcb5
niet wegens 22……Dh3(s), 23. Kg1, Lh6!, 24. Df2, Le3! Hier kan met recht
gesproken dat de zet Dd8-d7 een ‘beest van een zet’ is.
Maar ook bij de wat mindere schaakgoden van de B.S.V. is er
af en toe een ‘beest van een zet’ te bespeuren. Neem de partij van Niek tegen
Frank uit de interne competitie van 25/4 j.l.
De stelling is na de 26e zet van wit als volgt:
Opeens is het alarmfase 3 bij wit, want er dreigen allerlei
matvarianten. En door deze toestand wordt de royale voorsprong in tijd omgezet
in een gevecht met de klok, met voor de 40e zet net één minuut te
gaan voor de eerste tijdscontrole. Gelukkig is Niek een prima snelschaker, dus
dat wordt gehaald. Maar het is gelooflijk! Het enige wat wit rest is de diagonaal g1-a7
met zijn dame extra te ondersteunen. Een mat zit er eigenlijk niet gelijk in,
maar met een aftrekschaakje met Lxd7 ziet zwart kans te vereenvoudigen. Zwart
houdt eindelijk een loper en 4 pionnen over tegen vijf pionnen van wit. Zwart
wist dit dan ook te verzilveren, maar dat is bijzaak. Het ging mij uiteindelijk
om: ‘een beest van een zet’.
Vriendelijke
schaakgroet, Frank